Advent Advent

Wij mensen leven in drie dimensies: we leven in verleden, heden en toekomst. Het verleden houdt ons nogal eens in zijn greep, we herinneren het ons dankbaar of slepen het als een last met ons mee. Het heden lijkt het dichtst bij, want we leven toch in het hier en nu. Maar is dat wel zo? Leven mensen niet vaak vooral ‘met het oog op de toekomst’? Als je eerlijk bent dan moet je zeggen dat de toekomst, dat wat komen gaat, ons het meest bezig houdt. Daar hebben we zorgen over en daar verwachten we wat van. We zijn er onzeker over of we kijken er hoopvol naar uit.
Mensen leven vooruit, zo sterk zelfs, dat het hen uit het heden weg trekt. Dat is zo in alle tijden van ons leven. Maar het is het sterkst in tijden van crisis, in welke vorm dan ook. In crisistijd stellen we ons de vraag: wat hebben we nog te verwachten? Hoe ziet de toekomst er uit? Zal het anders worden? Dat zijn ook de vragen die de tijd van Advent ons ingeeft.
Adventsverwachting heeft dus te maken met geduldig vooruit zien, maar ook dat kan op verschillende manieren. Je kunt vooruitzien op een manier die eigenlijk geen werkelijke hoop meer heeft. Dan zit je in jezelf opgesloten zonder hoop op een uitweg uit de situatie waarin je je nu bevindt. Dan zit je gelaten bij elkaar als mensen die geen fut meer hebben om iets te doen omdat je in die toekomst eigenlijk niet meer gelooft. De verwachting die je dan met elkaar hebt is die van wanhoop en vrees. Zo’n houding van verwachting kan nooit ‘advent’ genoemd worden zoals we dat in de kerk verstaan.
In de kerk mogen we er daadwerkelijk geloof aan hechten dat het woord ‘advent’ iets goeds betekent voor onze toekomst. Het betekent dat de boodschap van Christus die we als kerk mogen koesteren, die waarheid mag zijn waar we ons nooit van af laten brengen. D ie ons draagt in de overtuiging dat elk zaad dat wordt gezaaid op grond van die boodschap ooit wortel zal schieten. Wellicht zal je nooit weten of het zaad wat jij zaait ooit vrucht zal dragen. Als het gebeurt zal het zeer waarschijnlijk buiten jouw gezichtsveld zijn. En dat betekent dat een levende adventsverwachting ook geduld hebben betekent. Het is een open en actieve manier van geduldige verwachting waarin geen plaats is voor de moed van de wanhoop. Het is het verwachtende en geduldige besef dat je een plant ook niet omhoog kunt trekken om hem te laten groeien. Zo verwachtingsvol geduld oefenen betekent: leren wachten, luisteren, voelen, proeven: elk verschijnsel de vrijheid gunnen en geven. Nederig en liefdevol, geduldig zaaien; koppig water blijven geven. Het vertrouwen niet verliezen dat de waarheid het zal winnen van de leugen. Zo is leven de vreugdevolle deelname aan het wonder van het bestaan.
Dat de adventstijd zo voor ons een tijd mag zijn waarin we open gaan voor wat komt: een vreugdevolle deelname aan het wonder van het bestaan dat God ons geeft.
Een heel hartelijke groet aan u en jullie allen.   Ds. Elzo Bijl
 
terug